In de
London Review of Books ontleden John Mearsheimer, professor politicologie aan de universiteit van Chicago, en Stephen Walt, professor Internationale Betrekkingen aan de Harvard Kennedy
School of Government, de VS-steun aan Israel. Sinds de 2e Wereldoorlog heeft Israel bijna $200 miljard economische en militaire steun van de VS ontvangen. Het is jaarlijks de grootste ontvanger van VS-steun: $3 miljard in directe steun, 20% van het Amerikaanse budget voor buitenlandse hulp, $500 per Israëli. Een omvang die vragen oproept. Met een inkomen per hoofd gelijk aan dat van Zuid-Korea of Spanje is Israel immers een welvarende industriële natie.
Israel kreeg bijna $3 miljard voor de ontwikkeling van wapensystemen. Het krijgt toegang tot superieur wapentuig als
Blackhawk helikopters en F-16’s. Het krijgt informatie van de CIA die de VS zijn NAVO bondgenoten onthoudt. En de VS knijpt een oogje dicht over Israel’s nucleaire wapens. Ontvangers van Amerikaanse militaire steun moeten die normaal in de VS besteden, maar Israel mag met 25% de eigen militaire industrie subsidiëren. Het hoeft daarvan geen rekenschap te geven. De VS kan dus vrijwel niet voorkomen dat de gelden worden gebruikt voor zaken waar de VS tegen gekant is, zoals nederzettingen in bezet gebied.
Israel kan ook rekenen op diplomatieke steun. Sinds 1982 heeft de VS 32 anti-Israel resoluties van de Veiligheidsraad getorpedeerd, meer dan alle veto’s ooit uitgebracht door andere leden van de Veiligheidsraad samen. De VS blokkeert elke Arabische poging om het nucleaire arsenaal van Israel op de agenda van het Internationaal Atoomagentschap (IAEI) te krijgen. En in oorlogstijd komt de VS het land te hulp, waarbij het partij kiest voor Israel bij vredesonderhandelingen.
Het argument dat Israel van vitaal belang is voor de VS overtuigt niet. De steun heeft ook repercussies gehad. Zo lokte de $2,2 miljard militaire noodhulp tijdens de Oktoberoorlog een OPEC embargo uit dat grote schade toebracht aan de Westerse economieën. In beide Golfoorlogen bleek Israel voor de VS eigenlijk een strategische last. De VS kon om politieke redenen geen gebruik maken van de Israëlische bases. Verdedigers van de hulp aan Israel wijzen op de bedreiging van beide landen door terroristen en “schurkenstaten” met massavernietigingswapens. Zo zou de VS zowel Israel de vrije hand moeten geven in het conflict met de Palestijnen, als afrekenen met landen als Iran en Syrië. Afgeschilderd als cruciale partner in de war on terror, in werkelijkheid is Israel een blok aan ’t been.
Met Obama lijkt de VS een wat minder agressieve houding aan te nemen, en een boodschap te hebben aan de rest van de wereld. Op dit moment staan de Joodse nederzettingen in bezet gebied centraal. Hoe kan Obama druk zetten op Netanyahu om tot een oplossing van het Israelisch-Palestijns conflict te komen? Een vermindering van de financiële of militaire steun krijgt de president er niet door. Dat zou onmiddellijk als een aanslag op Israel’s veiligheid worden afgeschilderd. Wat de president
volgens Pierre Razoux in de
New York Times dan wel kan doen:
- geen systematische steun meer in de Veiligheidsraad, wat Israel diplomatiek isoleert
- terugschroeven van militaire logistieke steun (inlichtingendienst, nuclaire aangelegenheden)
- eisen dat Israel de non-proliferatieconferentie bijwoont en daarmee zijn nucleair arsenaal bevestigt
- Israel aansporen een afschrikkingsdoctrine te publiceren
- garanties terugschroeven op leningen (waarmee James Baker in het Oslo vredesproces Yitzhak Shamir onder druk zette)
Recent is de eerste stap gezet: Obama heeft Israel duidelijk gemaakt dat de strategische belangen elkaar niet langer overal meer overlappen. Vervolgens kan hij de Israeli’s buiten onderhandelingen met Iran houden. Zo geeft hij de boodschap af dat niet alles wat Israel bezighoudt de agenda van Washington domineert. En dat de VS de regie heeft in de onderhandelingen in het Midden-Oosten. Een eerste stap naar een ommekeer?
1 opmerking:
Ik heb wat moeite met déze observatie van Razoux: "Lastly, it can reduce its loan guarantees to Israel along the lines of the measures taken by James Baker in 1991-1992 to make Yitzhak Shamir agree to the Oslo peace process."
Ons, normale stervelingen, is het niet gegeven in de hoofden te kijken van die gewichtige politici (GP's), maar nú zou ik zeggen: in 1992 was 'Oslo' nog in nevelen gehuld, mogelijk zélfs voor die GP's. Baker prestte Shamir tot 'Madrid', nmbm.
Tóch: anders dan ons wordt wijs gemaakt, schijnen de Israëlische juristen 'Oslo' wél in overleg met de VS bekokstoofd te hebben...
Een reactie posten